Factchecks

04.04.2023

Debat: heeft factchecken zin

Geef je desinformatie onbedoeld een groter podium door het te ontkrachten? En kunnen feiten wel op tegen de onderbuikgevoelens waarmee mensen informatie beoordelen? Die vragen kwamen aan bod tijdens het Factcheckdebat, dat op verkiezingsdag 15 maart plaatsvond bij Beeld & Geluid als afsluiting van de Factcheckmarathon van Nieuwschckers, Pointer en het AD.

De middag begon met twee workshops waar de aanwezigen uit moesten kiezen. De eerste, door Jan Jagers (Knack), ging over de vraag hoe je een factcheck effectiever kunt maken. Op basis van onderzoek van de UvA en praktijkervaring gaf Jagers tips over de formulering en vormgeving van factchecks, en over manieren waarop je je factcheck vervolgens kunt verspreiden. Zo stelde Jagers dat je een factcheck het best kunt verspreiden op de plek waar de desinformatie rondgaat – bijvoorbeeld op sociale media – om ervoor te zorgen dat je het juiste publiek bereikt. De Vlaamse Checkers doen dit bijvoorbeeld al door factchecks te plaatsen onder Twitterberichten waarin foutieve informatie wordt gedeeld. Daarnaast was er tijdens deze workshop aandacht voor mediawijsheid, ofwel: hoe zorg je ervoor dat burgers zelf de betrouwbaarheid van informatie op waarde leren schatten? 

De tweede workshop ging over het spotten van misleidende informatie in video’s, met name op TikTok. Deze workshop werd gegeven door Luuk Ex van Beeld & Geluid en Thomas Mulder van Pointer. Mulder legde aan de hand van een aantal voorbeelden uit hoe hij video’s factcheckt, waarna de deelnemers zelf de kans kregen om video’s te checken. Vervolgens kregen de deelnemers een aantal TikTok-video’s te zien, waarna ze gevraagd werd om aan te geven hoe waarschijnlijk ze het vonden dat er misinformatie in de video te zien was en waarom ze dat dachten. Tijdens de bespreking bleek dat mensen vaak naar dezelfde kenmerken – zoals de uploader en gebruikte hashtags – verwezen wanneer ze vermoedden dat er misinformatie in een video voorkwam. 

 Het tweede deel van de middag ging over de basale vraag of factchecken eigenlijk wel zin heeft. Onder leiding van moderator Niels Heithuis vond een pittig debat plaats tussen schrijver Aaron Mirck (bekend van het boek ‘niet appen tijdens het eten’), journalist en factchecker Jan Jagers (Knack) en wetenschapsjournalist Maarten Keulemans (de Volkskrant). 

Mirck trapte af met zijn betoog, waarin hij stelde dat factchecken meer kwaad doet dan goed omdat je desinformatie een groter bereik geeft door er aandacht aan te besteden. Jan Jagers bestreed dit door nieuw onderzoek aan te halen, waaruit blijkt dat bekend zijn met bepaalde desinformatie niet per se betekent dat je er ook in gelooft. Maarten Keulemans deed een duit in het zakje door te stellen dat één onderzoek niet genoeg is om iets te bewijzen. 

Daarnaast werd uitgebreid gesproken over de vraag of je complotdenkers wel bereikt én overtuigt met een factcheck. Anders gezegd: hebben feiten nog wel zin, als iemand echt overtuigd is van een bepaald narratief? Op deze vraag antwoordde Jan Jagers dat factchecks wellicht niet werken voor deze ‘extreme’ groep, maar dat er een grote middengroep van twijfelaars bestaat die wél behoefte heeft aan meer informatie. Op deze groep moeten factcheckers hun aandacht richten.

Zie hieronder de video die is gemaakt tijdens het debat.

Nog niet uitgepraat over factchecken? Schrijf je dan in voor de BENEDMO-webinar ‘Making fact-checks work’ op 20 april.

 

Blijf op de hoogte van onze activiteiten via de nieuwsbrief