
Medische desinformatie: hoe weerbaar zijn we?
Het kennisevent over medische desinformatie, georganiseerd door BENEDMO en isdatechtzo.nl, bracht diverse partijen bijeen rondom een urgent vraagstuk: de hoeveelheid medische desinformatie op sociale media en de nadelige gevolgen daarvan voor het maatschappelijk vertrouwen in medische informatie.
Het tegengaan van medische desinformatie is geen taak voor één partij, maar vraagt een gezamenlijke inspanning van zorgprofessionals, media, onderwijs en kennisinstellingen, beleidsmakers en factcheckers. Juist al die partijen waren bijeengebracht om deze complexe uitdaging te bespreken en het probleem vanuit diverse perspectieven te benaderen.
Mary Berkhout, programmadirecteur van Netwerk Mediawijsheid, opende de middag en presenteerde de publiekscampagne Gecheckt? Wel zo gezond gestart door artsenfederatie KNMG en isdatechtzo.nl, die als doel heeft bewustwording te creëren rondom medische desinformatie. Haar presentatie begon met een persoonlijk voorbeeld: hoe zij als kritische denker na een blessure toch verleid werd tot deelname aan een duur online herstelprogramma dat uiteindelijk nauwelijks effectief bleek. Dat voorbeeld onderstreepte haar boodschap: iedereen kan vatbaar zijn voor misleidende medische claims en daarom is het nodig om toegankelijke, betrouwbare informatie breed beschikbaar te maken. De campagne doet dat met video’s, artikelen en socialmedia posts, gericht op diverse doelgroepen, in meerdere talen en zelfs zichtbaar tot in de wachtkamer.


Ook jongeren zijn kwetsbaar voor medische desinformatie, zo bleek uit de presentatie van Luc van Bakel en Nele Goossens. In samenwerking met de factcheckpartners van BENEDMO in Nederland en België zetten zij daarom een campagne op gericht op jongeren. Ze verzamelden factchecks over uiteenlopende medische onderwerpen – van vaccins tot supplementen en eetstoornissen – en lieten deze vertalen naar formats en platformen die jongeren aanspreken, met behulp van een jongerenredactie, en met vertrouwde gezichten die jongeren kennen.
Een opvallend onderdeel van hun presentatie was het experiment met TikTok: binnen een uur na het aanmaken van een anoniem account kreeg het testprofiel content te zien die pro-anorexia bevordert. Dit illustreert hoe snel schadelijke content zich via algoritmes een weg weet te banen naar jonge gebruikers, zonder dat zij daar actief naar zoeken. Het benadrukte de noodzaak om betrouwbare informatie op precies die plekken zichtbaar te maken.
Marleen Finoulst, arts, journalist en hoofdredacteur van het Vlaamse online platform Gezondheid en Wetenschap, vertelde vervolgens hoe haar redactie medische claims factcheckt. Ze liet zien hoe een zorgvuldig proces, van brononderzoek tot begrijpelijke uitleg, leidt tot toegankelijke, wetenschappelijk onderbouwde antwoorden op medische vragen. Ze deelde voorbeelden van onjuiste berichtgeving over onder andere een zogenaamd veelbelovend Alzheimer-medicijn, hormoontherapie tegen dementie en het vermeende verband tussen vaccinaties en autisme, dat inmiddels weerlegd is. Opvallend is dat medische desinformatie soms ook afkomstig is van artsen of wetenschappers zelf, en dat media deze claims geregeld zonder controle overnemen, onder druk van snelheid of gebrek aan toegang tot originele bronnen.
Ook wees Finoulst op de rol van persberichten, waarin nieuwe medische doorbraken regelmatig te positief worden voorgesteld. Vaak speelt de hoop op financiering voor vervolgonderzoek hierbij een rol. Dat vraagt om extra waakzaamheid van zowel media als publiek.


Het panelgesprek met internist Robin Peeters, Marleen Finoulst en Luc van Bakel richtte zich op de vraag: hoe maak je betrouwbare medische informatie beter zichtbaar, zeker voor jongeren? Robin Peeters vertelde over zijn initiatief Dokters Vandaag, dat jongeren via Instagram voorziet van betrouwbare medische informatie. De panelleden benadrukten dat influencers vaak overtuigender zijn dan artsen, omdat ze herkenbaar zijn en inspelen op emoties. De uitdaging is dan ook om medische expertise op een empathische, toegankelijke en visueel aantrekkelijke manier te presenteren;op de platformen waar het publiek zich bevindt.
Tijdens de ronde tafels werd nogmaals duidelijk hoe complex de strijd tegen medische desinformatie is. De urgentie om gezamenlijk op te treden, werd breed gedragen. Het gevoel van ‘dweilen met de kraan open’ onderstreepte de noodzaak voor een langetermijnaanpak. Want waar desinformatie zich razendsnel verspreidt, vraagt het verspreiden van genuanceerde, betrouwbare informatie tijd, aandacht en middelen.
De kennissessie werd afgesloten met een aantal kerninzichten:
- De behoefte aan betrouwbare informatie blijft groeien. Burgers zoeken actief naar uitleg, zeker bij twijfel. Maak betrouwbare informatie daarom vindbaar, herkenbaar en relevant voor diverse doelgroepen.
- Desinformatie treft meerdere lagen van de samenleving. Niet alleen burgers, maar ook artsen, journalisten en beleidsmakers worden ermee geconfronteerd. Daarom is een brede en structurele samenwerking nodig.
- Toegankelijke formats maken het verschil. Denk aan animaties, vertrouwde gezichten, communicatie in begrijpelijke taal – op de plekken waar desinformatie circuleert.
- Mediawijsheid begint jong. Kritisch denken, omgaan met bronnen en leren wat te doen bij twijfel zijn essentiële vaardigheden om van jongs af aan te leren.
De sessie bevestigde: informatie krijgt pas echt een zichtbare en blijvende plek online als we daar samen, over sectorgrenzen heen, actief aan werken.
